Geschiedenis van Mirre
Mirre vindt zijn oorsprong in een kleine boom die veel voorkomt in het Midden-Oosten en Noordoost-Afrika, Commiphora myrrha, die een kostbare gom produceert die al duizenden jaren wordt verkocht.
Het aroma is diep en warm, tegelijkertijd aards en bitter, met enkele lichtzoete en kruidige tonen.
Sinds de oudheid is een van de belangrijkste energetische eigenschappen van deze hars het gebruik ervan in wierookbranders om gebed en meditatie te inspireren, naast het versterken en revitaliseren van de geest. Dat is de reden waarom het inademen van het aroma iets zo speciaal en magisch is in spirituele praktijken, waardoor de omgeving en de mensen een zeer vernieuwde en evenwichtige energietrilling achterlaten.
Mirre zorgt voor een staat van volledige ontspanning, omdat het aroma omhullend en genezend is, en het eigenschappen heeft die de energetische afstemming bevorderen.
Het wordt beschouwd als een maanplant. Het wordt ook gebruikt om de eigenschappen van andere elementen waarmee het wordt gemengd te versterken, waardoor de energiestroom wordt bevorderd en het helpt bij meditatieve en contemplatieve toestanden.
Mirre werd in het oude Egypte van grote economische waarde beschouwd en werd ook gebruikt om de lichamen van illustere mensen die in die tijd leefden te balsemen.
Mirre had ook zijn invloed tijdens Griekenland en het oude Rome, toen de kolonisatie van de Middellandse Zee door de Grieken resulteerde in de ontwikkeling van een rijke klasse van kooplieden.